Interview met Bernard ter Haar (bestuurder en beleidsadviseur)

Over ruimtelijke ordening en kennisintegratie

Wat zijn volgens jou de grootste uitdagingen op het gebied van ruimtelijke ordening en sociale zekerheid in Nederland?

Bernard ter HaarBernard ter Haar: De grootste uitdaging is het herwinnen van een centrale regie voor ruimtelijke ordening. We kunnen niet langer aannemen dat regionale initiatieven alle nationale opgaven afdekken. Er is behoefte aan strategische keuzes en sturing op landelijk niveau. Een goed voorbeeld is de woningbouwopgave – we moeten dit niet alleen zien als het bouwen van woningen, maar als het creëren van een prettige leefomgeving voor miljoenen nieuwe Nederlanders.

Hoe ziet u de rol van kennis in deze complexe vraagstukken?

Bernard: Kennis is cruciaal. We missen momenteel de essentiële kennis om deze uitdagingen adequaat aan te pakken. Dit komt deels door het verkokerde denken binnen bestuurlijke structuren. Neem bijvoorbeeld de warmtetransitie; gemeenten krijgen de regie, maar hebben vaak geen idee hoe hiermee om te gaan. Kennis zou niet alleen een aanbod moeten zijn, maar er moet een verplichting zijn om kennis te vragen en te integreren in beleid en uitvoering.

Je sprak over het probleem van verkokerd denken. Hoe kan dit worden aangepakt?

Bernard: We moeten dwarsverbanden leggen tussen beleidsvelden en dit systemisch aanpakken. Dit vraagt om een omslag in denken, niet alleen in uitvoering maar ook in bestuurlijke processen. Het huidige systeem van verkokering stuit op grenzen en belemmert effectieve oplossingen.

Hoe zie je de toekomst van de ruimtelijke opgaven in Nederland?

Bernard: We staan voor een grote verbouwing van Nederland, waarbij energie, natuurherstel, klimaatbestendigheid, de woonopgave en infrastructuur samenkomen in een nieuw ruimtelijk concept. We moeten eerst begrijpen waar het over gaat voordat we keuzes maken. Kennis is hierin de sleutel. Pilots moeten gericht zijn op kennisontwikkeling, zodat we bij het opschalen daadwerkelijk over de benodigde kennis beschikken.

Wat is je visie op platform PLeK in deze context?

Bernard: PLeK moet gericht zijn op uitvoeringsgerichte kennis, die onvermijdelijk, transparant en inzetbaar is. Er moet een verplichting komen om op andere wijze te leren en kennis te delen. Dit is essentieel voor het succes van PLeK. Regionale aanpakken moeten integraal zijn, waarbij alle opgaven worden meegenomen, vergelijkbaar met een milieu-effectrapportage.

Hoe zie je de interactie tussen verschillende bestuurslagen en kennisinstellingen?

Bernard: Er moet bewustzijn zijn van andere platforms en kennisinstellingen zoals Platform 31 en PBL. Bestuurlijk is het een uitdaging om regio’s effectief aan te sturen, vooral vanwege de vele verschillende regio-indelingen. Een oplossing kan zijn terug vallen op bestaande provinciale indelingen als centraal aanspreekpunt.

Tot slot, welk advies zou je geven voor de toekomstige richting van beleid en kennisintegratie?

Bernard: We moeten erkennen dat we op een kantelpunt staan. Het is tijd om te zeggen: zo kan het niet langer. Kennisintegratie en een holistische benadering van beleid zijn cruciaal voor de grote transities waar we voor staan. Het is tijd om te handelen op basis van de beste beschikbare kennis en om bestuurlijke structuren dienovereenkomstig aan te passen.

Meepraten over dit onderwerp? Meld je vandaag nog aan voor Platform Plek.

Cindy Ras

Maak kennis met Cindy Ras

Over innovatie, kunst en de toekomst van samenwerken

Cindy RasCindy Ras, senior onderzoeker bij het Fontys lectoraat ‘De Ondernemende Regio’, deelt op 8 februari tijdens de derde bijeenkomst van Elke Regio Vertelt haar inzichten over samenwerken, impact maken, en brede welvaart. Cindy is recent deelnemer geworden van Platform PLeK. Via dit artikel ontdek je op welke thema’s je met Cindy de verbinding zou kunnen zoeken. Als ‘Minister van de toekomst’ voor Brainport Eindhoven, focust Cindy op de impact van beleidsbeslissingen op toekomstige generaties. Het gaat daarbij vooral om maatschappelijke vraagstukken die vragen om effectieve, multidisciplinaire samenwerking. “Willen we impact creëren, dan zullen we onze krachten moeten bundelen en onze kennis moeten delen.” stelt Cindy.

Cindy is lid van ‘Het Groene Brein‘: een netwerk van 150 Nederlandse wetenschappers gericht op een duurzame economie; over het belang van het balanceren van economische motieven met ecologische en sociale waarden. Ze benadrukt dat sommige vroegere economen aandacht schonken aan de sociale dimensies van economie en samenleving… Deze sociale kant werd destijds over het hoofd gezien en krijgt in de en hedendaagse economie nog steeds te weinig.

“Het is tijd voor een meer sociale en ecologische economie” ~ Cindy Ras

 

Kunst en design

“Mijn inspiratie haal ik uit de wereld van kunst en design. Kunstenaars en ontwerpers lopen vaak voor in het vormgeven van de toekomst. Hun creatieve benaderingen kunnen helpen om systemtemen die niet langer voldoen te veranderen.” vertelt Cindy.

 

Complexiteit van menselijk gedrag

Haar betrokkenheid bij PLeK kwam tot stand via sociale media, waar haar onderzoek en bijdragen opvielen. Haar werk gaat over het begrip van de complexiteit van menselijk gedrag en de noodzaak van interdisciplinaire samenwerking om maatschappelijke verandering te realiseren. Haar focus op economie, gecombineerd met duurzaamheid en sociale verandering, maakt haar een waardevolle stem in de discussie over onze toekomst.

 

Passie voor duurzame ontwikkeling

Cindy combineert haar expertise in economie en communicatie met een passie voor duurzame ontwikkeling. Ze heeft een indrukwekkende loopbaan opgebouwd, variërend van onderzoek naar de oerdriften van mensen tot het leiden van samenwerkingsverbanden voor maatschappelijke impact. Als ‘Minister van de Toekomst’ bij Brainport Eindhoven  legt Cindy de nadruk op het belang van samenwerking om complexe uitdagingen aan te pakken.

 

Maatschappelijke meerwaarde

Cindy richt overal op het creëren van maatschappelijke meerwaarde: van de creatieve industrie, tot economie en communicatie. e. Ze werkt binnen het Kenniscentrum Leven Lang Ontwikkelen om de impliciete waarde van leren en innoveren te benadrukken. Haar werk illustreert de groeiende behoefte aan interdisciplinaire samenwerking om maatschappelijke veranderingen teweeg te brengen, waarbij ze altijd streeft naar innovatieve, impactvolle oplossingen.

 

CRUTOPIA

Een recent initiatief van Cindy is ‘CRUTOPIA, een project dat gericht is op het positief uitlichten van consumentengedrag. Hiermee wil ze aantonen dat duurzame keuzes niet alleen maar negatief hoeven te zijn. Met een maandelijkse nieuwsbrief en gesprekken met experts, probeert ze bewustwording te creëren rondom duurzame consumptie. Meer weten over CRUTOPIA kan hier.

 

In gesprek met Cindy? Meld je aan voor de derde bijeenkomst van Elke Regio Vertelt in Utrecht op 8 februari, of word lid van platform PLeK.

 

Water en bodem

Vernieuwing in de diepte

De cruciale rol van regionale kennisnetwerken bodem en ondergrond

Een interview met Diana van Dorresteijn, programmamanager Regionale Schakelpunten Bodem en Ondergrond bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten

Diana Dorresteijn

Hoe komen we tot een toekomstbestendig Nederland waarmee mensen zich kunnen identificeren en waarin mensen zich thuis voelen? Er zijn veel grote en urgente opgaven die strijden om de beperkte ruimte in ons land. De uitgangspunten van de ene opgave kan de haalbaarheid of de uitvoerbaarheid van een andere opgave onder druk zetten.  

Het is de kunst om tegemoet te komen aan zoveel mogelijk ruimtevraagstukken. Denk daarbij niet alleen aan ruimte in de lucht of in het landschap, maar ook aan ruimte in bodem en ondergrond. Diana van Dorresteijn, programmamanager Regionale Schakelpunten Bodem en Ondergrond bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, benadrukt daarbij de noodzaak van gecoördineerde kennisuitwisseling. 

Eerste ervaringen en de waarde van regionale aanpak 

Recente pilots op het gebied van regionale kennisschakels voor bodem en ondergrond tonen aan dat gemeenten een cruciale rol spelen in de ondergrondse ontwikkelingen. Dit vereist echter significante investeringen in kennis en uitvoeringskracht zoals blijkt uit de eindrapportage. 

De eerste ervaringen van de regionale kennisschakels zijn hoopvol en positief. Diana licht toe: “Het programma laat veelbelovende resultaten zien, maar er is meer nodig. Data over bodem en ondergrond is bijvoorbeeld versnipperd, sectoraal en niet digitaal. Voor effectieve besluitvorming op het onderwerp bodem en ondergrond zijn goede en complete data essentieel”.  

Diana benadrukt het belang van op maat gemaakte plannen, gezien de uniciteit van elke regio. “Elk kennisnetwerk heeft een plan van aanpak ontwikkeld. Dat helpt bij het opzetten van een structurele, erkende regionale aanwezigheid.”  

Het belang van menselijke en financiële investeringen 

De huidige financiële beperkingen, vooral door eerdere bezuinigingen, en de groeiende complexiteit van de maatschappelijke opgaven brengen uitdagingen met zich mee. Dit betekent dat er dringend een inhaalslag moet worden gemaakt, met name in menskracht, het aantrekken van jonge professionals en financiële middelen zoals voor data-gedreven werkwijzen. 

“Wat we zien,” zegt Diana, “is een groeiende behoefte aan ondergrondse ruimte voor uiteenlopende doeleinden zoals energieopslag, waterbeheer, datatransport en meer. Daarbij wordt de kwaliteit van de bodem ook beïnvloed. Er is een behoefte aan een geïntegreerde aanpak om deze uitdagingen aan te gaan.” 

Ze vervolgt: “Gemeenten, provincies en waterschappen hebben behoefte aan inhoudelijke verdieping en bredere inzet van regionale pilots. Dit moet uiteindelijk leiden tot een goed werkende kennisinfrastructuur, waarin vragen vanuit de praktijk hun weg vinden naar kennisinstituten en waar internationaal, landelijk én lokaal ontwikkelde kennis breed wordt benut in de praktijk. Dit sluit aan bij de ontwikkeling van het interbestuurlijke platform PLeK, waar meerdere regionale kennis- en leernetwerken in de leefomgeving met elkaar verbonden worden.  

Diana kijkt hoopvol naar de toekomst, ondanks de uitdagingen: “We streven naar robuuste regionaal kennisnetwerken bodem en ondergrond. Daarbij is nauwe samenwerking tussen provincies, gemeenten en andere relevante organisaties essentieel. Het doel is kennis over bodem en ondergrond te delen en samen te werken aan maatschappelijke vraagstukken. Regionale opgaven vragen om regionale uitvoeringskracht, maar ook om regionale en lokale kennis en kunde.” 

Conclusie  

Zonder data, informatie, kennis en visualisaties is het lastig beleid te maken en oplossingen te bedenken. Zeker in een speelveld waarin ruimtelijke keuzes met elkaar concurreren is feitelijke informatie en kennis nodig om scenario’s te kunnen bouwen en keuzes te kunnen maken. Een gecoördineerde, kennis-gedreven aanpak is essentieel om deze uitdagingen effectief aan te gaan. Daarbij moeten we zorgen voor voldoende menselijke en financiële middelen. Het is tijd voor actie: laten we samen investeren in kennis, in toekomstige generaties en in de duurzame ontwikkeling van onze waardevolle ondergrondse ruimte.