Maatschappelijke Werkplaats

De Renaissance van kennisnetwerken

De Maatschappelijke Werkplaats als katalysator 

De uitdagingen van vandaag zijn te ingewikkeld voor simpele oplossingen. Daarom is er iets nieuws nodig: dit noem ik de Renaissance van Kennisnetwerken. Dit is een frisse start voor hoe we samenwerken. Centraal in deze heropleving staat de Maatschappelijke Werkplaats – een concept dat gaat over de interdisciplinaire samenwerking en innovatie. In de Maatschappelijke Werkplaats beslissen we samen wat belangrijk is en wat we willen bereiken. Het is net een experimenteerplek waar iedereen iets kan inbrengen. De kracht van deze plek zit in het samen doen en van elkaar leren.

renaissance

De rollen binnen deze werkplaats zijn bepalend voor succes:  

  • de Initiatiefnemer, die de vonk van samenwerking ontsteekt,  
  • de Manager, die de vlam voedt met de nodige middelen en ondersteuning,
  • de Procesbegeleider, de neutrale kracht die ervoor zorgt dat het vuur gericht en doelmatig brandt en
  • de Coördinator, de verbindende kracht die de Maatschappelijke Werkplaats regisseert.

Al deze rollen samen zorgen ervoor dat we echt iets kunnen veranderen. 

De kracht van deze aanpak ligt in het vermogen om de traditionele grenzen te overschrijden en een omgeving te creëren waarin de collectieve intelligentie opbloeit. Het is een samenspel van verbinding, ondersteund door de wetenschap en verrijkt door culturele inzichten, waarin de menselijke potentie tot uiting komt. In deze harmonie van samenwerking vinden we de echte magie van de Renaissance van Kennisnetwerken; een beweging die gericht is op het verbinden van lerende netwerken en op het transformeren van de manier waarop we denken over en werken aan onze gedeelde toekomst. 

Zoals in elke renaissance is het de durf om anders te denken, om nieuwe verbindingen te leggen en om de status quo uit te dagen die de weg vrijmaakt voor vooruitgang. De Maatschappelijke Werkplaats, met  fundamentele rollen, staat mijns inziens symbool voor deze moed. Het nodigt uit om deel te nemen aan innovatie en samenwerking, om onze kennis en krachten te bundelen.  

De Renaissance van Kennisnetwerken opent de deuren naar nieuwe manieren van samenwerken, leren en innoveren. En jij kunt deel uitmaken van deze revolutionaire beweging door je aan te sluiten bij Platform PLeK. PLeK biedt jou de kans om bij te dragen aan iets dat groter is dan jezelf. Of je nu een Initiatiefnemer, Manager of Procesbegeleider bent, of gewoon iemand die gelooft in de kracht van samenwerking en collectieve intelligentie, PLeK biedt je het podium om je ideeën, kennis en passie te delen met gelijkgestemden.

Hier, bij PLeK, begrijpen we dat de uitdagingen van vandaag niet opgelost kunnen worden door in oude patronen te blijven denken. We hebben jouw unieke perspectief nodig om de grenzen van wat mogelijk is te verleggen. Samen kunnen we de status quo uitdagen, nieuwe verbindingen leggen en een pad naar vooruitgang banen.

Meedoen? Klik hier.

Door: Klien van den Broek

 

Het vormgeven van lerende netwerken

Dr Cindy Ras over de confrontatie met wicked problems in lerende netwerken 

Cindy RasTweede gastspreker van Elke Regio Vertelt was Dr. Cindy Ras. Zij startte haar lezing met een discussie over ‘wicked problems’ – complexe uitdagingen die niet met eenvoudige oplossingen kunnen worden aangepakt. Aan de hand van drie casestudies (Businessclub Maas Rhein, Metropoolregio Eindhoven en Stap naar Gezonder) illustreerde ze hoe lerende netwerken kunnen bijdragen aan maatschappelijke impact.  

Cindy onderstreepte het belang van een gedeelde, inspirerende visie en het zichtbaar maken van verschillende soorten impact. Volgens Cindy staat op dit moment in veel lerende netwerken het begrip brede welvaart centraal. Haar onderzoek belicht de cruciale elementen van lerende netwerken, waaronder het vermogen om samen te werken, te leren en te innoveren. Leren blijft vaak impliciet in de netwerken, en het is de kunst het leren te expliciteren (‘Wat is het lerend vermogen van het netwerk?’).  

  Cindy presentatie

Tegelijkertijd moet het leren wel direct bijdragen aan de realisatie van de opgave(n) en de doelstellingen van het netwerk, en mag leren geen doel op zich worden. Dit illustreerde Cindy aan de hand van de drie omvangrijke netwerken die zij met haar collega’s heeft bestudeerd. Enkele tips: 

  • Benoem tijdens elke bijeenkomst weer het lange termijn doel van het netwerk (beoogde impact op een maatschappelijke opgave), en stel het leren in het teken van dat doel. 
  • Sluit goed aan bij de volwassenheid van het netwerk en de leden van de ‘leergemeenschap’: mensen in een netwerk verschillen in behoeften, verantwoordelijkheid, ritme en fasen. 
  • Geef bijzondere aandacht aan de ‘onboarding’ van nieuwe deelnemers van het netwerk. 
  • Maak verschillende soorten impact zichtbaar (korte termijn – lange termijn, persoonlijk – maatschappelijk). 
  • Blijf het lerend vermogen faciliteren. 

”Expliciteer en ondersteun het lerend vermogen van jouw netwerk” 

Meedoen met platform PLeK: klik hier.

Duurzaamheidstransities als collectieve onderneming

Dr. Harm van den Heiligenberg over de vier habitats van experimenteren 

Harm van den HeiligenbergDr. Harm van den Heiligenberg was de eerste gastspreker van Elke Regio Vertelt. Hij sprak tijdens zijn presentatie over de urgentie van duurzaamheidstransities en ondersteunde dit met voorbeelden als het smelten van gletsjers en de achteruitgang van bijenpopulaties. Duurzaamheidstransities, die zich uitstrekken van experimentele fases tot stabilisatie, vereisen de inzet van diverse actoren, waaronder burgers, ondernemers, en kennisinstellingen.  

Harm wees op het belang van kleine, impactvolle experimenten die de potentie hebben om op de lange termijn systeemverandering teweeg te brengen. In zijn promotieonderzoek heeft Harm vier typen ‘habitats voor experimenten’ onderscheiden: 

Vier habitats 

  1. In de Valley floreren technologische innovaties in een campus milieu. De experimenten worden geleid door bedrijven en overheden. Er is veel uitwisseling van technologische kennis tussen bedrijven. Een typisch voorbeeld is Silicon Valley. 
  1. In de Middleground floreren sociale en andere innovaties. Het verwijst naar een locaal innovatief milieu, waar creatieven van de underground en bedrijven van de upperground elkaar ontmoeten en interactie hebben in creatieve processen 
  1. De Makerspace habitat is geïnspireerd door de wereld van de makers, die bij elkaar komen in fabrication labs, hackerspaces en repair cafés. Denk aan Barcelona en Toulouse. De makers vormen vaak onderdeel van een radicale tegencultuur, die streeft naar zelfvoorziening, open-source en een deeleconomie 
  1. In de Do-it-ourselves habitat doen de bewoners het zelf. Zij voeren zelf experimenten uit, vooral met sociale innovaties, voor bijvoorbeeld lokale energievoorziening, stadslandbouw en zorg. Een typische omgeving waar deze experimenten floreren is een Transition Town; dat is een dorp of stad waar veel mensen zelf duurzaamheidsinitiatieven ontplooien 

Vervolgens heeft Harm gekeken wat succesvol experimenteren mogelijk maakt en hoe je de verspreiding van lessen naar andere plekken kunt realiseren. Belangrijk voor succesvolle experimenten zijn zowel kenmerken van het experiment (gebruiker-betrokkenheid, technische kwaliteit, vaardigheden en media-activiteiten), als kenmerken van de omgeving (Is er een lokale of regionale visie, is er een leer- en ‘tegencultuur’, zijn er lokale en regionale netwerken en actieve regionale actoren zoals overheden die experimenten bevorderen, wat is de regionale cultuur?).  

Voor de verspreiding van kennis zijn netwerken belangrijk. Ook overheden kunnen publiciteit geven aan innovaties. Daarnaast spelen universiteiten een brede rol in kennisuitwisseling en leerprocessen. Levendige omgevingen met ontmoetingsplekken, zoals conferenties en festivals met persoonlijk contact over duurzaamheidsinnovaties, spelen een sleutelrol bij de verspreiding van kennis en innovaties. Daarnaast faciliteren een cultuur van openheid vertrouwen en een gedeelde ambitie de overdracht van innovatie, kennis en ideeën. 

“Ontmoetingsplekken zoals conferenties en festivals spelen een sleutelrol in verspreiding van kennis en innovatie” 

Lerende netwerken verbinden tijdens Elke Regio Vertelt

De kern van duurzame transities en maatschappelijke impact 

ochtendprogrammaOp 8 februari kwamen ongeveer 50 geïnteresseerden uit heel het land naar de derde bijeenkomst van Elke Regio Vertelt, georganiseerd door platform PLeK. Tijdens de bijeenkomst deelden zij kennis over -en ervaringen met- de cruciale rol van lerende netwerken in duurzaamheidstransities. Dr. Harm van den Heiligenberg en Dr. Cindy Ras reikten aan het begin van de bijeenkomst belangrijke bouwstenen aan voor de verdiepende gesprekken. Zij belichtten in hun beider presentaties diverse aspecten van innovatie en samenwerking voor maatschappelijke impact binnen en tussen regio’s.  

 

Opening bijeenkomst 

Friso Coumou (kwartiermaker PLeK) opende de bijeenkomst met een korte toelichting op de stand van zaken van platform PLeK. Stuurgroepleden hebben begin februari een gezamenlijk lijn uitgezet voor het vervolg van PLeK. Belangrijke uitgangspunten daarbij zijn 1) om stapsgewijs en lerenderwijs te bouwen aan twee tot vijf regionale kennisknooppunten (RKK’s) die ondersteunend zijn aan regionale gebiedsopgave(n) in de leefomgeving en 2) daarbij maximaal aan te sluiten op de bestaande regionale (kennis)structuren, zoals bijvoorbeeld die van de bestaande regionale plan- en kennisbureaus. Een bestaande structuur kan bijvoorbeeld ook een kennisnetwerk zijn dat al sterk opereert om de integrale opgave(n) in de leefomgeving verder te helpen. Een RKK verbindt kennisbronnen aan vragen binnen de opgave(n) en schakelt kennis naar de juiste mensen, op het juiste moment, in de juiste taal. 

Naast de regionale kennisknooppunten moet er een slanke, krachtige ondersteuningsfunctie komen voor het ‘meta-leren’: wat leren we van verschillende gebiedspraktijken? Deze ondersteuningsfunctie kan ook bijdragen aan een wederkerige kennisuitwisseling tussen de enerzijds regio’s en anderzijds de rijksoverheid en nationale kennisinstituten. 

Friso Coumou en Marijn Molema (vanuit de samenwerkende regionale plan- en kennisbureaus) werken nu een vervolgvoorstel uit, met onder andere een planning en een beschrijving van functies, rollen (governance) en budget. Naar verwachting neemt de stuurgroep PLeK hierover in april een besluit.  

 

“Klein beginnen met een verlangen om groot te groeien!” 

Ambities voor lerende netwerken 

plenairTijdens de interactieve workshops werden de deelnemers uitgenodigd na te denken over hun eigen ervaringen met en ambities voor lerende netwerken. Door middel van persoonlijke casussen en groepsdialogen verkenden zij de uitdagingen en oplossingen voor de versterking van hun eigen netwerken. De volgende thema’s kwamen terug in meerdere gesprekken: het belang van openheid, het delen van gemeenschappelijke doelen, en de noodzaak van onafhankelijke procesbegeleiding om effectieve leerprocessen binnen netwerken te ondersteunen. 

Transparante toekomst 

De bijeenkomst culmineerde in een reeks geleerde lessen over het bevorderen van lerende netwerken. Lessen op het gebied vantransparantie, het delen van een collectieve visie, en het erkennen van de onderliggende machtsdynamiek die het leren kan belemmeren of bevorderen. Deelnemers werden aangemoedigd om de urgentie van de overkoepelende doelen voor de complexe opgave te blijven benadrukken en terughalen tijdens bijeenkomsten en tegelijkertijd de leerprocessen en de kennisfunctie binnen hun netwerken te expliciteren, actief te faciliteren en te monitoren. 

Elke Regio Vertelt bood waardevolle inzichten in het ontwerpen en onderhouden van lerende netwerken, essentieel voor het aanpakken van de complexe uitdagingen van onze tijd. Door het delen van kennis, het bevorderen van open dialoog, en het streven naar gezamenlijke doelstellingen, kunnen we de weg effenen voor duurzame verandering en een diepere maatschappelijke impact. 

“Samen werken aan een goed werkende infrastructuur voor complexe opgaven die onze leefomgeving verbetert”

Meedoen met platform PLeK: klik hier.

PBL - verkenning leren en evalueren

Scopingnotitie Lerende Evaluatie Transitie Landelijk Gebied

Auteur: Planbureau voor Leefomgeving

Lees de publicatie.

Samenvatting

Op 22 december 2023 publiceerde PBL een Verkenning leren en evalueren transitie landelijk gebied. Daarin wordt beschreven hoe PBL, VU Athena en WUR het verzoek van de ministeries van LNV, IenW, BZK en het IPO, de UvW en de VNG willen invullen om een lerende evaluatie van de transitie van het landelijk gebied voor (LETLG) vorm te geven. In deze notitie schetsen ze uitgangspunten, evaluatiekader, doelgroepen en werkwijze van de lerende evaluatie (de ‘scope’).

Voor het Platform PLeK is dit een relevante publicatie omdat daarin wordt beschreven hoe dit gezamenlijke leerproces gaat worden vorm gegeven. Die aanpak biedt veel aanknopingspunten om verbindingen te leggen en mee te doen aan het leerproces.

Uitgangspunt zijn de grote maatschappelijke opgaven in het landelijk gebied: natuur herstellen, waterkwaliteit en -kwantiteit verbeteren, de broeikasgasuitstoot van landbouw en landgebruik reduceren, de leefbaarheid, identiteit en sociaaleconomisch perspectief van het landelijk gebied behouden of verbeteren. Kernvragen voor de evaluatie zijn: “Hoe kunnen de beleidsorganisaties succesvol bijdragen aan transities en wat is hun transformerend vermogen? Zijn ze in staat om voldoende te leren en zich aan te passen gedurende de transitie?”

Het doel is om een handelingsperspectief voor het werken aan een toekomstbestendig landelijk gebied te creëren en ruimte te creëren voor de gezamenlijke zoektocht. De lerende evaluatie draagt bij aan het gerichter maken van het zoeken, met als doelen om handelingsopties te formuleren die de kwaliteit van het beleid verbeteren.

Lerend evalueren is een middel om de reflectie te stimuleren over hoe het beleid en uitvoering deze verandering vorm en richting geeft. De lerende evaluatie richt zich op het transformerend vermogen: “………… de sturingsaanpak en hoe deze aanpak bijdraagt aan een beleidsarrangement dat transformatie ondersteunt. Een beleids-arrangement is ruwweg het geheel aan organisatie en inhoud rondom een bepaalde beleidsopgave, hier: de inhoud van het beleid en de manier waarop overheden en maatschappelijke partijen zich organiseren om te werken aan een transitie van het landelijk gebied. Het beleidsarrangement is daarmee per definitie breder dan het NPLG, omdat ook andere beleidstrajecten inspelen op deze opgave.”

In de verkenning wordt het voordeel van de aanpak omschreven: “Een lerende evaluatie van de transitie van het landelijk gebied biedt beleidsbetrokkenen een kans om met elkaar een pas op de plaats te maken, uit te zoomen, meer holistisch te kijken naar het landelijk gebied en de ontwikkelingen daarin vanuit het aangereikte evaluatiekader en de kansen en uitdagingen die daar spelen, om zo vervolgens samen handelingsperspectieven te ontwikkelen.”

PBL, VU en WUR nemen aan dat zij met de lerende evaluatie “een kritische en verbindende rol kunnen spelen tussen uitvoering, beleid en kennis. Dat doen we door als ‘meedenker’ (eerder dan afstandelijke toeschouwer), en ‘uitdager en tegendenker’ (eerder dan ‘beoordelaar’) op te treden.”

De evaluatie zal zicht ook richten op: “het creëren van structuren die reflectie bevorderen, zoals kennisnetwerken en het koesteren en ontwerpen van praktijken die de inbreng van kennis-in-beleid versterken. Het versterken van de condities waaronder leren mogelijk wordt gemaakt, wordt aangeduid in de literatuur als ‘derde-orde leren’”.